Deze afbeelding heeft een leeg alt-attribuut; de bestandsnaam is mies1.jpg

Deze poes Mies heeft een stevige nek, dit in tegenstelling tot de poesjes die precies volgens het patroon zijn gebreid.

Ik heb poes Mies ontworpen met een wiebelnekje, dat was een bewuste keuze, want ik vond het leuk als poes Mies kon liggen met haar kop op de pootjes, zoals hier:

Deze afbeelding heeft een leeg alt-attribuut; de bestandsnaam is mies2.jpg

Ik vind dit nog steeds erg schattig, maar dat weegt niet op tegen het wiebelende hoofd als ze zit.

Met een kleine aanpassing aan het patroon heeft poes Mies een stevige nek:

Brei de kop volgens het patroon t/m punt 13

14. brei volgens patroon t/m de laatste a1, brei de laatste 6st als volgt: r1, kant 5 st af.
15. kant aansluitend nog 5 st af, r1, brei volgens patroon vanaf de eerste a1 t/m de laatste a1, daarna r1, zet 5 st op.
16. zet aansluitend nog 5 st op r1, brei volgens patroon vanaf de eerste a1.

Brei nu de kop verder volgens het patroon.

De onderkant van de kop ziet er nu zo uit:

Deze afbeelding heeft een leeg alt-attribuut; de bestandsnaam is mies3-1024x1024.jpg

De rest van de poes wordt volgens het patroon gebreid. Bij het vullen kun je nu de vulling door laten lopen van de kop in het lijf, en daardoor krijgt Mies een stevige nek.

Uiteraard kun je hetzelfde doen voor hond Kees en Teun de vos.

rondbreien1

De steken zijn opgezet, zoveel als het patroon voorschrijft. Als je met weinig steken wilt rondbreien op een rondbreinaald, dan gebruik je de “magic loop” methode. Op youtube zijn heel wat filmpjes te vinden, zoek naar magic loop. Hier leg ik deze methode aan de hand van foto’s uit.

rondbreien2

Schuif de steken naar de kabel van je rondbreinaald, vouw de kabel midden tussen de steken dubbel en trek de lus in de kabel die ontstaat tussen de steken uit.

rondbreien3

Duw de naald in de eerste helft van de steken, aan de kant waar de werkdraad niet zit.

rondbreien4

Nu kun je met de losse naald de eerste helft van de toer breien.

rondbreien5
rondbreien6

Trek nu de naald uit de steken die je net hebt gebreid, zodat de steken op de kabel komen te staan. Zorg dat er aan de andere kant in de kabel een lus blijft zitten.

rondbreien7

Duw de andere naald in de steken (dat zijn dus de steken waar de werkdraad niet aan vast zit).

rondbreien8

Nu kun je de 2e helft van de toer breien. Ga zo verder: trek telkens de naald uit de steken die je net hebt gebreid en duw de andere naald in de steken die je gaat breien. Als je twijfelt welke naald je uit de steken moet trekken: dat is altijd de naald aan de kant waar de werkdraad zit.

Deze handleiding is ook als pdf beschikbaar. Klik hier om deze pdf te downloaden.

Gebruik voor de voorlopige opzet de werkdraad in de kleur waarmee je wilt gaan breien en een hulpdraad. Gebruik voor de hulpdraad dun glad garen in een contrasterende kleur.

voorlopige_opzet1

Leg beide draden langs de breinaald met de uiteinden naar rechts.

voorlopige_opzet2


Houd met je rechterhand de naald vast met beide draden. Doe van de linkerhand de hulpdraad om je duim en de werkdraad om de wijsvinger.

voorlopige_opzet3

Zet nu steken op. Volgens mij is deze manier van opzetten voor de meeste mensen de ” gewone”  manier. Mocht je deze manier niet kennen, dan vind je hier een filmpje waar het wordt voorgedaan.

Steken opnemen uit een voorlopige opzet

voorlopige_opzet4

Deze steken zijn opgezet met een voorlopige opzet. Je ziet buiten de hulpdraad duidelijke lusjes zitten. Dat zijn de steken die we gaan opnemen.

voorlopige_opzet5

Gebruik een dunne naald om de steken op te nemen, begin bij het begin van de hulpdraad.

voorlopige_opzet6

Haal de hulpdraad los uit de steken die je hebt opgenomen.

voorlopige_opzet7

Je kunt de steken nu breien met de gewone breinaald en de werkdraad.

In de handleiding staat beschreven hoe je beginnen met een dichte opzet. De aap op de foto hieronder heeft zo’n dichte opzet.

SONY DSC

Je kunt een dichte opzet gebruiken als je op een rondbreinaald breit met de magic loop techniek.  Uitleg over deze techniek vind je hier.

SONY DSC

Leg de 2 punten van de rondbreinaald naast elkaar. In dit voorbeeld zijn 2 verschillende naaldpunten gebruikt,  zodat je de beide punten kunt onderscheiden. Leg de werkdraad om de naaldpunt die vooraan zit,  het uiteinde van de draad zit tussen de beide naalpunten in.

SONY DSC

Doe nu de duim en wijsvinger van de linkerhand tussen de draden,  zoals te zien is op bovenstaande foto. De uiteinden van de draad houd je vast met de andere vingers.

dichteopzet2a

De eerste steek wordt gemaakt met de draad die om de duim zit. Beweeg de duim onder beide naaldpunten door naar achteren,  en daarna tussen de punten door naar beneden,  zoals aangegeven met de pijl op bovenstaande foto.

SONY DSC

Op bovenstaande foto is de draad onder de naalden door naar achteren gebracht.

dichteopzet3a

Let goed op,  je gebruikt het stukje draad tussen de duim en de naaldpunt,  en NIET de lus die om de duim zit; dat zie je op bovenstaande foto.

SONY DSC

De eerste steek is gemaakt.

SONY DSC

De volgende steek wordt gemaakt met de draad die om de wijsvinger zit.

dichteopzet5a

Breng deze draad met de wijsvinger onder beide naaldpunten door naar voren en dan tussen beide naaldpunten door naar beneden.

SONY DSC

Kijk, daar gaat hij …

SONY DSC

En de volgende steek is af.

dichteopzet7a

Nu is de draad om de duim weer aan de beurt. Deze draad gaat onder beide naaldpunten door naar achteren en dan tussen de naaldpunten door naar beneden  (let op, neem de draad,  en niet de lus om de duim … )

SONY DSC

onder de naaldpunten door naar achteren …..

SONY DSC

en tussen de punten door naar beneden,  alweer een steek. De volgende maak je met de  wijsvinger,  dan weer de duim en zo verder, tot je genoeg steken hebt.

SONY DSC

Zo ziet het eruit.

SONY DSC

en als je alles goed hebt gedaan, ziet de onderkant er zo uit,  tussen beide naaldpunten zie je een soort averechte steken.

dichteopzet93a

In dit voor beeld is de laatste steek gemaakt om de houten naaldpunt.  Trek deze naaldpunt uit de steken,  zodat de steken op de kabel komen te staan.

SONY DSC

Nu kun je met de vrije naaldpunt de steken op de andere punt breien.

SONY DSC

Brei verder volgens het patroon met de magic loop techniek.

Wie wel eens een patroon van mij heeft gebreid, weet dat ik altijd adviseer om voor kleine kinderen de oogjes te borduren, zodat er geen gevaarlijke knopen of kralen op de knuffel zitten. De Lijs hierboven heeft geborduurde ogen, en in dit logje laat ik zien hoe ik deze oogjes heb geborduurd. Als je goed kijkt, zie je dat de ogen wat verzonken liggen in het gezicht. Dat is belangrijk, op die manier geef je het hele gezicht de juiste vorm.

Neem een lange stevige draad, doe die in een naald en steek achter de averechte steek in het gezicht langs.

Haal de draad nu uit de naald, neem beide uiteinden bij elkaar en steek ze samen door de naald.

Steek de naald dwars door de kop heen naar de nek en trek de draad aan.

Neem nog een draad en doe hetzelfde voor het andere oog. Zorg dat de 2e draad in de nek door dezelfde steek naar buiten komt als de eerste.

Knoop de draden van beide ogen met een enkele glijdende knoop aan elkaar. Kijk Lijs aan, en trek de knoop wat strakker zodat er “oogkassen” ontstaan. Als je tevreden bent over de vorm van het gezicht, leg je een extra knoop in de draden, zodat ze niet meer los kunnen gaan. Doe alle uiteinden van de draden door een naald en steek ze door de steek waardoor ze naar buiten komen weer naar binnen in het lijf. Het knoopje verdwijnt in het breiwerk.

Nu kunnen we ogen borduren in de oogkassen. Neem een dunne, donkere, liefst glanzende draad en doe hem door de naald. Steek achter de averechte steek (die nu diep in de oogkas ligt) langs. Haal de draad uit de naald, leg beide uiteinden naast elkaar en doe ze samen door de naald.

Trek de draad aan, je borduurt verder met dubbele draad.

Maak 1 horizontaal steekje.

Draai Lijs een kwartslag en maak 2 verticale steekjes om het eerste steekje heen. Zorg ervoor dat beide steekjes netjes naast elkaar liggen.

  Maak nu 3 horizontale om de vorige2 steekjes heen, zorg er weer voor dat de steekjes netjes naast elkaar liggen. Daarna komen 4 verticale, en 5 horizontale steekjes, enz. Ga door tot je een mooi bol oogje hebt.  

Ik heb al heel wat keren op een beurs een pakketje voor deze beer verkocht.  Dit beertje heeft een truitje aan;  dat truitje heb ik gebreid van het patroon van de jas en hoed voor Vera.  Met een paar eenvoudige aanpassingen verander je de jas in een truitje.

In dit bericht beschrijf ik hoe je dat doet. In deze beschrijving ga ik ervan uit dat je het patroon van de jas van Vera bij de hand hebt.
Het truitje heeft een split aan de bovenkant.

Het begin van het truitje is gelijk aan aan de jas.
In naald 22 worden beide voorpanden aan elkaar gezet,  zodat het een truitje wordt. De biezen van beide voorpanden vallen over elkaar zodat je een mooi split krijgt.
Brei naald 22 zoals beschreven,  brei op het eind geen 15, maar 12 steken recht,  de 3 steken van de bies worden dus niet gebreid.
Als je tot hier  op rechte naalden hebt gebreid,  zet het werk dan nu op een rondbreinaald of verdeel het over 3 naalden zonder punt, zodat je rond kunt gaan breien.  Zet de 3 steken van de bies op de linker naald.

Voor de verwerking van de biezen heb ik even een voorbeeldje in 2 kleuren gemaakt,  zodat je goed kunt zien welke steek waarheen gaat.
Verdeel nu de steken van beide biezen zoals te zien is op de foto hieronder.  De linker bies (met de knoopsgaten) komt voor. Gebruik eventueel een hulpnaald om de verdeling voor elkaar te krijgen.

Brei nu 3 keer 2 steken samen,  je breit de steken van beide biezen dus 2 aan 2 samen.

Er zijn nu 70 steken.  Brei over deze 70 steken in het rond tot het truitje lang genoeg is. In tegenstelling tot de jas,  wordt er niet meer gemeerderd.
Brei het boordje als volgt: 2 toeren averecht,  1 toer recht, 1 toer averecht, 1 toer recht,  1 toer averecht,  kant de steken af.

Het truitje heeft een soort matrozenkraag.  Die brei je als volgt.
Neem langs de hals 28 steken op en brei heen in weer in ribbels tot de kraag zo lang is als je hem hebben wilt. Kant de steken af. In dit voorbeeld heb ik om de 2 naalden van kleur gewisseld.

Het truitje uit mijn voorbeeld heeft een ingebreide rand.  Voor deze rand heb ik dit patroontje gebruikt:

Het motief (tussen beide verticale strepen) is 12 steken breed.  Je hebt dus een veelvoud van 12 steken nodig.  Meerder aan beide kanten van het truitje een steek,  je hebt dan 72 steken,  het motief past in het rond 6 keer in het truitje.

De panda wordt gebreid van het patroon van beer Vera.

De kleurverdeling van de Panda is als volgt:
Brei het hoofd in wit.
Brei van het lijf punt 1 t/m 5 in wit;  6 t/m 15 in zwart; en de rest in wit.
Brei de benen, de armen en de oren in zwart.

De ooglapjes worden los gebreid als volgt:

De gebruikte afkortingen zijn zoals in het patroon van beer Vera
Zet 10 steken op met zwart en ga hierover in het rond breien als volgt:

r10
r1 * r2 * r2 * r2 * r2 * r1
Het ooglapje is niet rond, daarom brei je hier heen en weer
r7 ←
af a6 ←
Nu worden de steken afgekant. Tijdens de afkanttoer worden er nog steken gemeerderd (en dus gelijk afgekant)  zodat de buitenste rand niet te krap wordt.
Brei als volgt en kant alle gebreide steken af:
r3 * r2 * r2 * r8 *
Knip de draad af op ongeveer 25 cm en haal de draad door de laatste steek.
Rijg de begindraad door de steken van de opzet en trek de draad aan, niet te strak, het oog moet door het gaatje kunnen.

Het lapje wordt bevestigd met het oog.  Gebruik veiligheidsogen en bevestig de ogen voordat je gaat vullen.  Steel het steeltje van het oog door het gaatje in het lapje en daarna door het breisel van de kop op de plaats waar de averechte steek zit, en bevestig het oog met het bijbehorende ringetje. Vul de beer nu op.  Als de beer helemaal klaar is,  naai je de rand van het ooglapje vast op de beer.

Dit verhaal over het opvullen van Jacobus heeft al eens op mijn vorige weblog gestaan en is daar niet meer te vinden. Op veler verzoek plaats ik het nog een keer. De foto’s had ik nog, het verhaal heb ik er weer bij bedacht.

Klaar met breien, je hoeft Jacobus dan wel niet in elkaar te naaien, maar opvullen moet nog wel. Ik zal laten zien hoe ik dat doe.

Dit gebruik ik: vulwol, poppengranulaat, tricot buisverband, een maatschepje en een stokje dat ongeveer zo dik is als de armen van de aap. Poppengranulaat bestaat uit plastic korreltjes ter grootte van rijstkorrels en is in de webwinkel te koop. Voor een aap van 45 cm heb je ongeveer 100 gram granulaat nodig. Je kunt ook rijst gebruiken, maar dan mag je aap niet nat worden. De tricot buis gebruik ik om het granulaat in te stoppen om te voorkomen dat de korrels door het breiwerk heen naar buiten komen. Het is het materiaal dat gebruikt wordt als beschermlaag voor de huid onder gips. Je kunt het ook bij sommige apotheken kopen. Een nylonkous is een goed alternatief voor het buisverband.

Knip een stuk buisverband af dat ruim 2 keer zo lang is als het been,

en stop dit dubbelgevouwen met de opening naar boven in het been. Je gebruikt het stokje om onder in het been te komen.

Vul de buis aan de bovenkant met granulaat (gebruik eventueel een trechter) en gebruik het stokje om het granulaat onder in de voet te duwen. Doe zo veel granulaat in het been dat de voet goed is gevuld en er zo hier en daar wat korreltjes in het been zitten. Vul de rest van het been met een heel klein beetje wol, zo krijg je lekker slungelige benen.

Vul op deze manier het andere been en de armen. Zorg ervoor dat de uiteinden van het tricot uit de armen en benen in het lijf blijven steken.

Vul het hoofd stevig op met vulwol. Hierna vul je de nek, zorg ervoor dat de plukken wol voor de nek uitsteken in het hoofd en het lijf, zodat de nek stevig wordt. Vul de bovenarmen een beetje met een plukje uitgeplozen vulsel, waarvan het uiteinde uitsteekt in het lijf. Vul nu het lijf op, maar doe dit niet al te stevig: de kont wordt nog verder opgevuld met granulaat. Vul de bovenbenen opdezlfede manier als de bovenarmen met een plukje uitgeplozen vulsel.

Knip een stukje tricot af dat 2 keer zo lang is als de rug. Vul het met granulaat en stop het tricot met de openingen naar boven in de kont van de aap.

Maas de vulopening dicht. Kneed de aap goed door, zodat de vulling goed op zijn plaats komt.

Vul de snuit met een pluk vulsel. Zet de snuit in het midden vast met een speld.

en maas de snuit vast langs de rand van het gezicht en de nek.

Met een breinaald kun je het vulsel eventueel nog een beetje verplaatsen.

Gebruik 2 spelden met knop om de goede positie voor de ogen te zoeken. De ogen komen iets boven de naad met de snuit en ongeveer halverwege de helft van het gezicht. Als ik een aap voor een kind maak, dan naai ik de ogen 2 keer vast, als de strakste draad doorslijt, is er altijd nog een veiligheidsdraadje waar het oog aan blijft hangen.

Naai de ogen (ik heb hier glasogen gebruikt, maar knoopjes werken ook heel goed) op de plek die je hebt uitgezocht met een stevige draad losjes aan elkaar, ze blijven dus een beetje los hangen. Dit draadje dient als veiligheids draadje voor de ogen.

Haal een stevige lange (eventueel dubbele) draad door elk oog en doe beide uiteinden van de draad door een stopnaald.

Steek de naald door de snuit naar de nek van de aap, en zorg ervoor dat de draden van beide ogen door dezelfde steek in de nek naar buiten komen.

Maak een enkel knoopje (dat nog kan schuiven) in de draden. Kijk de aap aan en trek de draden zo strak dat de ogen iets in het gezicht zakken. Knoop nu het knoopje goed vast en stop de uiteinden van de draad terug in het lijf.

Jacobus is klaar, hij kijkt vrolijk, en door het gewicht in handen, voeten, en kont kan hij in allerlei houdingen zitten.